Heraion

reconstructietekening Heraion Argos, bron: Papachatzis

Het Argivische Heraion, “ontdekt” door generaal Thomas Gordon in 1831, is opgegraven in de jaren 1892-1895 door Waldstein, en later nog door Blegen (1925-1928) en Caskey (1949). Volgens de mythologie is dit het heiligdom waarin Agamemnon werd aangewezen tot oorlogsleider in de Trojaanse expeditie, en dit is ook het heiligdom waar Kleobis en Biton hun moeder naartoe hebben getrokken, omdat de trekossen niet op tijd aanwezig waren. De archaïsche en klassieke resten liggen op drie verschillende niveau’s. Op het hoogste niveau bevinden zich nog altijd resten van het stylobaat van de oudste tempel, een tempel vermoedelijk nog van houten en ongebakken kleitichels uit de 7e eeuw voor Chr., in Dorische stijl.

Na de brand is in de 5e eeuw v. Chr.  door de architect Eupolemos uit Argos een nieuwe tempel gebouwd, waarvan de resten op het middelste niveau staan. De tempel wordt door Pausanias genoemd (Korinthe par. 2.17), evenals het grote cultusbeeld van goud en ivoor gemaakt door Polykleitos, dat Hera voorstelde, zittend op een troon, met in haar ene hand een granaatappel en in haar andere hand een scepter.

De toegang tot het terrein is gratis, en slechts zeer weinige toeristen weten de weg ernaartoe te vinden.

Rechts de verschillende terrassen waarop het heiligdom is aangelegd. Direct ten westen van de nieuwe tempel ligt een gebouw met drie kamers en één van de vroegste peristyle binnenplaatsen, daterend uit de 5e eeuw, mogelijk een banketzaal. De stoa ten zuiden van de nieuwe tempel is betrekkelijk jong en dateert uit het midden van de 5e eeuw. Noordelijk van de nieuwe tempel ligt nog een stoa, met op het westelijke uiteinde de restanten van een basin.

HET CULTUSBEELD IN HET HERAION

 

“Het cultusbeeld van Hera zit op een troon: het is van een indrukwekkende grootte, gemaakt van goud en ivoor en een kunstwerk van Polykleitos. Zij heeft een krans op haar hoofd waarop in reliëf de Gratiën en de Horai zijn weergegeven. In haar ene hand houdt ze een granaatappel en in haar andere hand een scepter. De geschiedenis over die granaatappel wil ik niet behandelen, omdat die mythe strikt geheim is. Op de scepter zit een koekoek, zeggen ze, omdat Zeus, toen hij verliefd was geworden op de nog maagdelijke Hera, zich veranderd had in die vogel en zij hem als speeltje had gevangen. Dit verhaal en andere vergelijkbare verhalen over de goden schrijf ik op, hoewel ik er niets van geloof.”  Pausanias 2.17.4

 

Het goud-met-ivoren cultusbeeld van de godin Hera in het Heraion op enkele kilometers afstand van de stad Argos is met geheimen omgeven. Aan zowel de granaatappel als de koekoek zit een verhaal verbonden, waarbij het verhaal over de granaatappel “te geheim” zou zijn. Nu betekent dit bij Pausanias over het algemeen een “mysterie”, een cultusdienst uitsluitend voor ingewijden. De granaatappel is hierbij een teken aan de wand: waar “mysteriediensten” over het algemeen hun aanhangers een “leven na de dood”, een “herrijzenis” beloofden, of in ieder geval een prettiger bestaan in de onderwereld, is de granaatappel middels de mythe van Demeter en Kore onlosmakelijk verbonden met de dood. Hades had immers zijn jonge bruid met geweld en tegen haar zin ontvoerd naar de onderwereld. Pas toen haar moeder Demeter voldoende stampij maakte om Zeus te dwingen de schaking te verbieden, gaf Hades haar terug, echter niet dan nadat hij haar had verleid om enkele pitjes van een granaatappel te eten. Vervolgens betoogde Hades bij Zeus dat Kore niet écht onvrijwillig bij hem had verbleven, gezien het feit dat ze een maaltijd had geaccepteerd. Zeus ging overstag, en vanaf dat moment verblijft Kore – als Persephone – evenveel maanden per jaar in de onderwereld, als zij granaatappelpitjes had gegeten. In diezelfde tijd laat Demeter de natuur versloffen waardoor het winter wordt, en pas met de terugkeer van Kore op aarde ontluikt de lente. De granaatappel is hiermee te zien als geheim wapen van Hades, maar kan tegelijkertijd symbool staan voor terugkeer na de dood, een prettige gedachte. Toegegeven, van Hera is een dergelijke rol verder niet bekend, maar geheel onwaarschijnlijk is deze ook niet.

 

Deze interpretatie van de granaatappel van Hera is te steunen middels enkele grafschilderingen in de Griekse kolonie Posidonia in Italië, die na de verovering door Lucaniërs als Paestum door het leven ging. Dat de stad tot bloei kwam als Griekse stad is te zien aan de drie Griekse tempels die de stad nog immer rijk is. De grafschilderingen verraden eerder Italische invloeden, inzoverre als we er lijkspelen op terugzien, ter ere van de dode, waaronder (niet-Grieks) ook gladiatorengevechten. Deze scenes worden opgesierd met talloze granaatappels!