Plataia

De ligging van Plataia

 

De ruïnes van het antieke Plataia, vlak bij het moderne dorpje zijn vrij uitgestrekt, maar bieden afgezien van wat stukken muurwerk uit verschillende periodes niet veel. De stad is lange tijd de twistappel geweest tussen Athene en Thebe. De stad hielp de Atheners bij Marathon, werd door de Perzen en Thebanen samen verwoest, maar na 479 voor Chr. opnieuw opgebouwd, in 427 voor Chr. door de Spartanen ingenomen, die de complete bevolking uitmoordde en de herbouwde stad verwoestte. Herbouwd na de vrede van Antalkidas (387 voor Chr.), werd Plataia in 373 voor Chr.  opnieuw verwoest door de Perzen, om uiteindelijk door Philippos V definitief herbouwd te worden na de slag bij Chaironeia.

 

De Amerikaanse opgravingen van 1899 hebben de resten van een oude, dorische tempel aan het licht gebracht; de tempel met vermoedelijk 6 x 18 zuilen was ongewoon lang. De opgravers hebben de tempel geïdentificeerd met de tempel van Hera, die volgens Herodotos vóór de stad lag, maar volgens Pausanias in de stad. Om de beide uitspraken met elkaar te verzoenen, heeft men wel aangenomen dat de klassieke stad (van 429 voor Chr.) op de hoger gelegen delen van de heuvel lag (de muren tussen ΕΖΗΙΘΕ), terwijl de latere stad (ΑΓΔΘΙΚΑ) uit de tijd van Alexander de Grote ook de lager gelegen delen had ingenomen. Een ouder stuk muurwerk (ΚΛΘ) dateert vermoedelijk nog uit de vroege 5de eeuw voor Chr.

 

 

Boven, de klassieke muren van Plataia. Rechts, plattegrond van Plataia met het verloop van de stadsmuren in de verschillende periodes (uit Papachatzis). Linksonder, de tempel van Hera (ook uit Papachatzis) en  eronder, Griekse hoplieten.

De slag bij Plataia in 479 voor Chr.

De veldslag bij Plataia in augustus 479 voor Chr. bezegelde definitief  de toch al slecht verlopende expeditie van de Perzen tegen de Grieken. Het verloop van de veldslag wordt uitvoerig beschreven door Herodotos, die echter vele onnauwkeurigheden in zijn beschrijving heeft laten staan, mogelijk enkele vergissingen heeft begaan en zich in elk geval sterk door de Atheense propaganda heeft laten leiden.

De geallieerde Grieken lagen bij het stadje Erythrai met het Kithairon-gebergte in de rug, terwijl aan de andere kant van het veelarmige riviertje de Asopos het zwaar versterkte Perzische kamp lag. Xerxes had zijn zwager Mardonios als gouverneur van Griekenland achtergelaten met de opdracht de Grieken definitief te breken. In de eerste fase van de veldslag (die uiteindelijk volgens Herodotos 3 weken duurde!) viel de Perzische cavallerie onder Masistios op ruw terrein de Griekse posities aan.

 

In de strijd moest de cavallerie het onderspit delven, en werd Masistios ondanks zijn vrijwel ondoordringbaar harnas gedood door een speer in het oog. Na de vlucht van de Perzen, kozen de Grieken nu betere posities voor Plataia. Zowel de Perzen als de Grieken wachtten dagenlang af, tot de ander als eerste in beweging zou komen. De Perzen, omdat ze met hun cavallerie geen ingegraven Griekse linies meer wilden aanvallen, de Grieken, omdat ze nog op versterkingen wachtten. Onderwijl werd er veelvuldig geruzied in het Griekse kamp en veranderden de Grieken geregeld van strategie.

In een tweede fase probeerden de Grieken lange tijd zonder succes om de Perzen naar buiten te lokken, maar toen de Perzische ruiterij de lager gelegen delen tussen Plataia en de Griekse linies eenmaal had ingenomen, werden de Griekse posities onhoudbaar. ‘s Nachts hielden de Grieken krijgsraad en besloten zich terug te trekken op nieuwe posities. Dit mislukte, door verwarring in de nachtelijke mars werden de drie Griekse contingenten van elkaar gescheiden, waardoor ze geïsoleerd van elkaar kwamen te staan voor de definitieve aanval van de Perzen.

 

In de uiteindelijke aanval wisten de Spartanen stand te houden tegen de Perzische troepen, terwijl de Atheners stand hielden tegen de Griekse (Boiotische) bondgenoten van de Perzen. Het Griekse centrum had posities ingenomen direct voor Plataia en zou uiteindelijk in twee contingenten de Atheners en Spartanen te hulp schieten. Mardonios sneuvelde in gevecht met de Spartanen, en daarmee verloren de Perzen elke hoop op een overwinning.. Een deel van de Perzische troepen vluchtte weg richting Boiotië en een ander deel vluchtte het Perzische kamp binnen, waar ze uiteindelijk tot de laatste man zijn afgeslacht. Van de enorme buit die de Grieken behaalden, zouden ze talrijke wijgeschenken oprichten als dank aan de goden. Het zwaard van Mardonios kwam echter niet in een Spartaanse tempel te hangen, maar op de Akropolis van Athene.