Prasiae

De baai van Prasiai (het moderne Porto Rafti) vormde de grootste haven van Attika, en was na de Peiraieus ook de veiligste haven. Op een van de eilandjes in de baai staat het restant van een kolossaal marmeren beeld. Om naar het beeld toe te gaan, moet men contact opnemen met één van de plaatselijke vissers, die vaak wel bereid zijn om de toerist tegen een vergoeding over te varen. Plaatselijke folklore identificeert deze figuur met de Raftis (kleermaker) waarnaar het haventje tegenwoordig is genoemd; hij zou  ooit ook een schaar in handen hebben gehad. In werkelijkheid is het waarschijnlijker dat  er een vrouw is afgebeeld. Aan antieke resten moeten in elk geval nog (zeer schamele) muurresten worden genoemd, behorend tot een Hellenistisch fort, waarschijnlijk van de expeditiemacht van de Egyptisch-Griekse admiraal Patroklos, die ook elders forten heeft gebouwd in zijn conflict met Antigonos Doson. Pausanias vermeldt dat vanuit Prasiai de gaven van de Hyperboreërs voor Apollo op Delos werden verscheept. Ook vertelt hij dat een van de eerste afgezanten naar Delos, Erysichthon, de zoon van Kekrops, op de terugweg van Delos is gestorven en begraven in Prasiai.

 

Rechts, de Raftis, onder het eilandje waarop de Raftis staat gezien vanuit een boot en de ligging van het stadje.