Tainaron

Tainaron is de middelste kaap van de Peloponnesus en is ook de meest zuidelijke. In de oudheid lag hier ook een stadje met dezelfde naam. Tegenwoordig is het bekend onder de naam kaap Matapan. Er lag hier een heiligdom van Poseidon Hippios waar een ingang van de onderwereld zou zijn en Herakles de Hellehond Kerberos omhoog zou hebben gehaald. Alhoewel de bewaarde resten van het complex bijzonder schaars zijn, bezoeken vele tientallen toeristen de plek. Kerberos was een van de monsters (driekoppige hond) die ervoor zorgde dat de doden niet uit de onderwereld konden ontsnappen. Het ophalen van de Hellehond was de laatste opdracht van Herakles 12 werken. Deze 12 opdrachten moest hij vervullen omdat hij in een woedeaanval zijn vrouw en kinderen had vermoord. Het orakel van Delphi legde hem deze opdrachten op en  koning Eurystheus van Mykene was degene die de opdrachten bedacht.

Het in de oudheid zeer belangrijke heiligdom van Poseidon Hippios op kaap Tainaron is goed te bereiken via het huidige dorpje Porto Kayio (het antieke Psamathous). Vandaaruit is het nog een kwartiertje verder naar het moderne Porto Sternes, het eigenlijke heiligdom voor Poseidon. Wie vanuit de bergen of vanuit de zee naar de driedubbele baai van Port Sternes komt, ziet op de hoogste, en meest opvallende plek – uitkijkend over de zee – de resten van een vroegchristelijk kerkje, compleet met apsis aan het eind en een boogvormige toegang. Nadere bestudering leert dat er zeer veel antiek bouwmateriaal in het kerkje is verwerkt en dat in elk geval de noordmuur eerder de indruk maakt in z’n geheel nog antiek te zijn, dan gebouwd met antieke resten. Mogelijk is daarom de hele noordmuur van het kerkje nog een rest van de antieke tempel. Vervolgens zou dan na de ineenstorting van de tempel een kerk zijn gebouwd bovenop de antieke resten.

 

Iets ten oosten van dit merkwaardige kerkje en enkele meters lager ligt een kleine baai, de eigenlijke Port Sternes (‘baai van de cisternes/gaten’), met nog altijd zichtbaar de resten van een deels ingestorte grot met daarvoor een mogelijk geëgaliseerde ruimte. Omdat onze belangrijkste bewaard gebleven beschrijving spreekt van een ‘heiligdom in de vorm van een grot’ (Pausanias 3.25.4) is de vorm en precieze plek ervan omstreden. Wie vasthoudt aan het kerkje als fysieke rest van de oude tempel is gedwongen de tekst van Pausanias aan te passen tot e.g. ‘een tempel <met vlakbij een ruimte> in de vorm van een grot’, ervan uitgaand dat de antieke tekst foutief is overgeleverd. Een argument vóór aanpassing van de tekst is dat de enige andere bron, de geograaf Strabo (8.5.1) spreekt van ‘een tempel van Poseidon, gelegen in een heilig woud, en er vlakbij de grot waardoorheen – volgens de oude mythes – Kerberos uit de Hades omhoog werd gehaald door Herakles’.

Het alternatief (dus de tekst van Pausanias accepteren en die van Strabo dus als onnauwkeurig verwerpen) is accepteren dat de vroegste christenen de antieke, zorgvuldig bewerkte blokken 50 meter hebben versleept na de ondergang van de heidense cultus en een nieuw gebouw hebben neergezet. Later is (na een aardbeving?) een deel van het kerkje herbouwd met nauwelijks bewerkte brokken steen. Bij de baai moet dan de door Pausanias genoemde grot hebben gelegen, met een soort van monumentale toegang van zorgvuldig bewerkte stenen. Vanwege de beperkte ruimte in de grot, stond het cultusbeeld – volgens Pausanias – voor de tempel.

 

De verering van Poseidon Hippios is overigens een totaal andere dan die van de normale zeegod Poseidon. De god werd hier oorspronkelijk vereerd als god van de doden, evenals Poseidon Hippios in Arkadië, die een dochter genaamd Despoina had verwekt bij Demeter. Om die reden was de grot bij het heiligdom ook een van de toegangspoorten tot de Hades, ook al spot Pausanias dat er geen weg door de grot heen naar beneden voert. Onder andere de Romeinse dichter Vergilius noemt hier de ‘muil van Taenarum, de diepe toegangspoort van Pluto’ waardoorheen ook de dichter-zanger Orpheus was afgedaald naar de onderwereld. Het is waarschijnlijk (en wordt ook in sommige antieke bronnen gesuggereerd) dat men in dit heiligdom de doden op kon roepen en met hen op dezelfde manier kon communiceren, zoals ook in andere dodenorakels gebeurde.

 

Arion op de dolfijn

Eén van de belangrijkste wijgeschenken bij de tempel was een bronzen beeld van de zanger-dichter Arion, zittend op een dolfijn. Het beeld verwijst naar een verhaal uit Herodotus, over de redding van deze zanger door een dolfijn. Toen Arion na een lucratieve tournee door Zuid-Italië op de terugweg was naar Korinthe, wilde de bemanning van het schip hem beroven en doden. De enige keus die men hem liet was óf overboord springen en verdrinken, óf met een klap op het hoofd worden gedood: in dat laatste geval wilden ze zijn lijk nog wel meenemen naar Griekenland. Arion koos ervoor overboord te springen, maar wilde toch nog een laatste keer zijn beroep uitoefenen. In vol ornaat zong hij zijn mooiste composities, om vervolgens in zee te springen. Daar werd Arion echter door een dolfijn opgenomen en bij kaap Tainaron weer aan land gezet. In Korinthe vertelde Arion zijn avontuur aan de plaatselijke heerser Periander. Toen het schip ook aankwam in de haven van Korinthe en de matrozen doodleuk vertelden dat Arion nog in Italië was, werden ze ontmaskerd en ongetwijfeld streng gestraft. Herodotus vermeldt al het beeld van Arion, en een 600 jaar later werd het ook door Pausanias ter plekke gezien. Het hier getoonde reliëf hangt boven de deur van de ‘verzekeringskamer’ in het paleis op de Dam in Amsterdam. We zien Arion met zijn lier op een dolfijn zitten, terwijl in de verte het schip wegvaart.

 

 

 

De vuurtoren van kaap Matapan-Tainaron

Vanaf de drukbezochte parkeerplaats bij Porto Sternes loopt in zuidwestelijke richting een voetpad naar de vuurtoren van kaap Matapan. De wandeling begint bij een kleine baai, waar geregeld gezwommen wordt. Aan het begin komen we nog enkele resten tegen van Hellenistische en Romeinse huizen, waaronder een fraai mozaïek (een 200 meter vanaf Porto Sternes). Na een minuut of 45 wandelen over de droge en bijzonder kale kaap komen we uit bij een vuurtoren uit 1822 met schitterend uitzicht rondom. We bevinden ons hier op het zuidelijkste puntje van de Mani en daarmee van heel het vasteland van Europa. Reden voor tientallen dagjesmensen om de wandeling te maken (in oktober 2022). De wandeling is makkelijk en vereist geen bijzondere uitrusting, anders dan zonnebrandolie, een hoed en water.